Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word uitwinnen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(sparen; uitsparen; oversparen; opzij leggen; opsparen)
(op; van; vanuit);
🔗 Hij liep snel het hotel uit.
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens); ; ;
🔗 Dat deed hij uit berekening.
(over; voort; weg; verwijderd);
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit.
;
🔗 De lampen waren uit.
(uitgraven)
dig up
;
excavate
;
grub
;
exhume
🔗 De stenen winnen is geen licht werk.
(behalen);
🔗 Wie niet waagt die niet wint.
;
🔗 De heer Fogg ging zijn leven wagen, of minstens zijn vrijheid en daardoor ook de kans op het winnen van de weddenschap.
🔗 Als Biden Pennsylvania wint, is hij de volgende president van de Verenigde Staten.
;
🔗 U won natuurlijk?

DutchEnglish
uitwinnen save
uit done; for; forth; off; out; out of; over; through; in a spirit of; from; from among; in
winnen bring in; enlist; gain; hit the jackpot; mine; win