English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word enlist
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
enlist | dienst nemen | varbiĝi |
enlist (affiliate; enrol; join) | ||
enlist (recruit; attract; enrol; rally; canvass) | ; | |
; | ||
🔗 Your name is not on our lists. | ||
enlistigi | ||
🔗 But they did not list the June 2016 meeting with the Russian lawyer. |
English | Dutch |
---|---|
enlist | ⇆ aanwerven; ⇆ dienst nemen; ⇆ gebruik maken van; ⇆ inschakelen; ⇆ meedoen; ⇆ onder dienst gaan; ⇆ soldaat worden; ⇆ te hulp roepen; ⇆ tekenen; ⇆ voor zich winnen; ⇆ werven; ⇆ winnen |
enlistment | ⇆ dienstneming; ⇆ werving |
list | ⇆ borderel; ⇆ catalogiseren; ⇆ catalogus; ⇆ cedel; ⇆ een lijst opmaken van; ⇆ fonds; ⇆ inschrijven; ⇆ lijst; ⇆ luisteren; ⇆ opnemen; ⇆ opsommen; ⇆ overhellen; ⇆ overhelling; ⇆ ranglijst; ⇆ rol; ⇆ slagzij; ⇆ slagzij maken; ⇆ staat; ⇆ tabel; ⇆ vermelden |
re‐enlist | ⇆ opnieuw dienst nemen; ⇆ opnieuw inschrijven |