Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word rondgaan

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(in omloop zijn)
be about
;
circulate
;
get about
🔗 Er gaan eigenaardige verhalen rond.
(omgaan);
go round
🔗 Ik ging door de steeg aan den achterkant en klom over den muur, zodat ik op het terrein van het kasteel terecht kwam.
(gang; loop; verloop)
going
🔗 Het gaan werd moeilijker.
(lopen; te voet gaan)
piediri
(overgaan); ;
🔗 Opnieuw ging de gong.
(rijden);
<futura helpverbo>
🔗 Wat gaan we doen, chef?
;
refer
🔗 Het gaat niet om geld, het gaat om schatten!
succeed
🔗 Op die manier gaat het niet.
(zich begeven; varen)
🔗 Hij ging naar de eetzaal van het hotel en nam plaats aan de hoek van een tafel.
(begaan)
🔗 Maar om de rechtsstaat te herstellen en de overige EU‐miljarden te krijgen zal Polen onder Tusk een lange weg te gaan hebben.
🔗 Ze zijn met de auto gegaan en moesten een anderhalf uur rijden.
completed
🔗 „De arrestatie zal natuurlijk pas verricht worden”, zei hij, „als onze zaak tegen meneer Tannahill rond is.”
(gevuld)
🔗 Een paar squaws brachten een paar ronde potten die zij aan de voeten van de medicijnman neerzetten.
(om; omstreeks; rondom; om … heen)
🔗 Hij voelde opeens een beklemming rond zijn hart.
; ;
🔗 De zaak rond een zwijggeldbetaling aan Stormy Daniels dateert uit de tijd voor Trumps presidentschap.
(ongeveer; om en nabij)

DutchEnglish
rondgaan circle; float around; go about; go round; walk about
met de pet rondgaan pass the hat
rondgaande brief circular letter
gaan bear; depart; draw; fare; go; going; move; pass off; proceed; range; walk; step; run; set; go and; go out; get on; walking; travel; make one’s way; be about
rond around; bluff; circular; downright; even; orbed; round; rotund; roundabout; roundly; full; straight; completed; settled; frankly; plainly; bluntly