Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word lossen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(afladen; uitladen)
unload
🔗 Straks zou hij de aanhanger wel lossen en in het pakhuis zetten, evenals de auto, die hij zolang om de hoek had gezet.
;
unleash
; ;
(afvuren; afschieten)
discharge
;
🔗 De dag was al half verstreken toen ze plotseling opschrok van een geweerschot, dat op korte afstand voor haar uit werd gelost.
(vervangen)
relieve
🔗 Om drie uur werd hij afgelost door zijn maat en kroop in zijn kooi.
(afbetalen; amortiseren)
🔗 Wil je graag extra aflossen op je hypotheek?
redemption
; ;
depreciation
;
sinking‐fund
🔗 Het aflossen van de hypotheek moet u niet willen ten koste van alles.
(vervullen); ; ; ;
observe
;
🔗 Ladike loste haar gelofte aan de godin inderdaad in.
;
particular
;
separate
;
distinct
;
distinctive
;
🔗 Na twee losse deeltjes over kamerplanten en één over vaste planten is dit het vierde werkje in deze serie.
(vrij)
🔗 Mira liet de hond los.
(lynx)
(vrij)
loza
(luchtig; mul)
loose
(slap);
malstreĉa
(vrij)
loose
;
malstreĉita
;
loose
nefiksita
solviĝi
(ontraadselen)
resolve
;
settle
;
unriddle
;
unravel
;
dissolve
;
🔗 De verwachting is dat het tot 18:00 uur duurt voordat de problemen zijn opgelost.

DutchEnglish
lossen discharge; disembark; fire; land; unlade; unload; unship; volley
het startschot lossen fire the starting gun
aflossen clear; redeem; relieve; repay; pay off
inlossen redeem; take out of pawn; take out
los casual; clear; cut; detached; disconnected; disengaged; disjointed; dissolute; fly‐away; free; gay; lax; light; loose; lynx; unstuck; slack; unattached; detachable; easy; informal; loosely
losplaats landing; discharging‐berth; discharging‐place
losser unloader
lossing landing
lostijd turnaround
oplossen analyse; decompose; dissociate; dissolve; read; resolve; solve; unravel; unriddle; settle; fix