Information about the word vervangen (Dutch → Esperanto: anstataŭi)

Synonyms: aflossen, de plaats innemen van, inspringen, invallen, waarnemen

Part of speechverb
Pronunciation/vərˈvɑŋə(n)/
Hyphenationver·van·gen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) vervang(ik) verving
(jij) vervangt(jij) verving
(hij) vervangt(hij) verving
(wij) vervangen(wij) vervingen
(jullie) vervangen(jullie) vervingen
(gij) vervangt(gij) vervingt
(zij) vervangen(zij) vervingen
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) vervange(dat ik) vervinge
(dat jij) vervange(dat jij) vervinge
(dat hij) vervange(dat hij) vervinge
(dat wij) vervangen(dat wij) vervingen
(dat jullie) vervangen(dat jullie) vervingen
(dat gij) vervanget(dat gij) vervinget
(dat zij) vervangen(dat zij) vervingen
Imperative mood
Singular/PluralPlural
vervangvervangt
Participles
Present participlePast participle
vervangend, vervangende(hebben) vervangen

Usage samples

Het bevestigen van de vervangende antenne was een heel andere zaak.
Een ander verving hem.
De zwaardvechter viel en werd onmiddellijk door een andere vervangen.

Translations

Afrikaansvervang
Catalanrellevar; substituir
Englishtake the place of; relieve
Esperantoanstataŭi
Frenchremplacer; tenir place de
Germanablösen; ersetzen; an Stelle treten; vertreten; Ersatz sein für; Vertreter sein für
Italianrilevare
Low Germanvervangen
Portuguesesubstituir
Russianзаменять
Saterland Frisianärsätte; oulööse
Spanishreemplazar; substituir
Thaiแทน
West Frisianferfange