Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word instuiven

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(binnen; op; te; van; aan); ;
🔗 En zie, daar viel hij in een beerput.
(aan; betreffende; met; naar; omtrent; op; over; van; voor); ; ; ; ;
🔗 De jongens verschillen enigszins in lengte.
(bij; gedurende; onder; met; op);
🔗 In de afgelopen tien jaar hebben ongeveer tweeduizend arbeiders uit heel Europa aan de tunnel gewerkt.
gush
;
spurt
;
spurt out
;
spout
;
spray
; ;
gush out
;
shoot forth
ŝpruci
(ijlen; jagen; snellen)
🔗 Op dit ogenblik stoof Andries de deur uit, met zijn mes in de hoogte, door de waard en al de boeren gevolgd.

DutchEnglish
instuiven fly in; rush in
in aboard; about; at; in; inside; into; on; within; of; for; to; up
stuiven flounce; whisk; rush; whirl; fly about; dash; run