Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word denkvermogen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Zo denkende passeerde hij Slot Bommelstein, waar heer Bommel net bezig was met het verzorgen van zijn tuin. | ||
; | ||
🔗 Ik word oud, dacht hij. | ||
🔗 Als Quale er kans toe gezien had, zou hij hun het denken ook nog belet hebben. | ||
🔗 Een elektromotor geeft aan de as een vermogen af van 7,3 kW. | ||
(macht; kracht) | capacity ; | |
possession ; property | ||
fortune | ||
🔗 De geldstukken stroomden nu als een rivier de gang in, zodat ze nu tot aan hun knieën in het vermogen waadden. | ||
(bekwaamheid; capaciteit) | ; ; capacity ; faculty | |
(capaciteit; inhoud) | ||
(in staat zijn) | ||
🔗 Maar het is wonderlijk wat een heer in zijn toorn vermag. |
Dutch | English |
---|---|
denkvermogen | ⇆ faculty of thinking; ⇆ intellectual power; ⇆ thinking‐faculty |
denken | ⇆ calculate; ⇆ cerebration; ⇆ cogitate; ⇆ conceive; ⇆ consider; ⇆ deem; ⇆ fancy; ⇆ feel; ⇆ figure; ⇆ guess; ⇆ reckon; ⇆ think; ⇆ suppose; ⇆ thought; ⇆ thinking; ⇆ trow; ⇆ ween |
vermogen | ⇆ ability; ⇆ be able; ⇆ capability; ⇆ capacity; ⇆ faculty; ⇆ output; ⇆ potency; ⇆ power; ⇆ substance; ⇆ fortune; ⇆ means; ⇆ wealth; ⇆ riches |