Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word boekbinden

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(inbinden)
condense
(vastbinden; vastmaken; verbinden); ;
tie up
🔗 Ook hij werd gebonden.
🔗 De verhalen zijn verteld, het boek kan gesloten worden.
🔗 Op tafel lag een geopend boek, het perkament geel van ouderdom.
🔗 Nou en daar worden dan boeken over geschreven.

DutchEnglish
boekbinden bookbinder’s trade; bookbinding
binden bind; bond; commit; contain; cord; fetter; knit; leash; obligate; oblige; peg down; pinion; pledge; tie; truss; rope; thicken; tie down; tie up; make
boek book; quire