Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word beloven

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(toezeggen; uitloven)
🔗 De prefect heeft het zelf beloofd.
(toezegging);
🔗 Maar dat was wel de inhoud van je belofte.
promising
;
🔗 Dat klinkt niet erg veelbelovend.

DutchEnglish
beloven bid fair; omen; promise; vow
dat belooft wat! that looks promising!
gouden bergen beloven promise mountains of gold
het belooft mooi weer te worden there is every promise of fine weather
onder ede beloven swear
belofte affirmation; earnest; pledge; promise; undertaking
veelbelovend auspicious; auspiciously; full of promise; hopeful; of expectations; of great expectations; of great promise; of promise; promising; up‐and‐coming; toward