Information du mot toedoen (néerlandais → espéranto: fermi)

Synonymes: dichtdoen, dichtmaken, sluiten

Parti du discoursverbe

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) doe toe(ik) deed toe
(jij) doet toe(jij) deed toe
(hij) doet toe(hij) deed toe
(wij) doen toe(wij) deden toe
(jullie) doen toe(jullie) deden toe
(gij) doet toe(gij) deedt toe
(zij) doen toe(zij) deden toe
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) toedoe(dat ik) toedede
(dat jij) toedoe(dat jij) toedede
(dat hij) toedoe(dat hij) toedede
(dat wij) toedoen(dat wij) toededen
(dat jullie) toedoen(dat jullie) toededen
(dat gij) toedoet(dat gij) toededet
(dat zij) toedoen(dat zij) toededen
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
doe toedoet toe
Participes
Participe présentParticipe passé
toedoend, toedoende(hebben) toegedaan

Traductions

afrikaanssluit; toemaak
allemandschließen; verschließen; zumachen; abschließen; beenden; abstellen; stillegen; abdrehen; zudrehen; einschließen; stecken
anglaisshut
anglais (vieil anglais)fordyttan; lucan
catalantancar
danoislukke
espagnolcerrar
espérantofermi
féringienlata aftur
finnoissulkea
françaisfermer
frison occidentaltichtdwaan
frison saterlandfersluute; pänje; sluute; ticht moakje
galloiscau
italienchiudere
latinclaudere
papiamentosera
polonaiszamykać
portugaisfechar
roumainînchide
russeзакрывать; закрыть
scotsclose
tchèquezavírat; zavřít
thaïปิด
turckapamak