Information about the word ontbreken (Dutch → Esperanto: manki)

Synonym: mankeer

Part of speechverb
Pronunciation/ondˈbrekə(n)/
Hyphenationont·bre·ken

Usage samples

Moed ontbreekt hem niet.
Van de daders ontbreekt ieder spoor.
„Wanneer uwe majesteit nog eens een plaats van samenkomst van Robins mannen met zijn aanwezigheid wil eren,” zei de aanvoerder, „zal het hem niet aan wild ontbreken”.
Het zal u niet aan werk ontbreken, daar kunt u van op aan.
Ook mij ontbreekt het vandaag aan werklust.

Translations

Afrikaansmakeer
Esperantomanki
Low Germanuntbreaken
Papiamentofalta