Sinonieme: bijhouden, houden, vasthouden, huldigen
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /ˈvuːrə(n)/ |
---|
Afbreking | voe·ren |
---|
Vervoeging
Aantonende wys |
---|
Teenwoordige tyd | Verlede tyd |
---|
(ik) voer | (ik) voerde |
(jij) voert | (jij) voerde |
(hij) voert | (hij) voerde |
(wij) voeren | (wij) voerden |
(jullie) voeren | (jullie) voerden |
(gij) voert | (gij) voerdet |
(zij) voeren | (zij) voerden |
Aanvoegende wys |
---|
Teenwoordige tyd | Verlede tyd |
---|
(dat ik) voere | (dat ik) voerde |
(dat jij) voere | (dat jij) voerde |
(dat hij) voere | (dat hij) voerde |
(dat wij) voeren | (dat wij) voerden |
(dat jullie) voeren | (dat jullie) voerden |
(dat gij) voeret | (dat gij) voerdet |
(dat zij) voeren | (dat zij) voerden |
Gebiedende wys |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
voer | voert |
Deelwoorde |
---|
Teenwoordige deelwoord | Verlede deelwoord |
---|
voerend, voerende | (hebben) gevoerd |
Het zijn salafisten en met die mensen is het heel erg lastig, om niet te zeggen onmogelijk, om een discussie te voeren.
De Saint voerde nog een telefoongesprek, genoot van een goede lunch en reed dan naar de stad.