Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord zich afsluiten

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
zich afsluiten
(zich afzijdig houden)
hold aloof
;
keep aloof
(afzetten; belemmeren; versperren);
🔗 Google Maps geeft aan dat een aantal grote wegen aan de zuidkant van Moskou zijn afgesloten, waarschijnlijk om de Wagner‐huurlingen die richting de hoofdstad trekken te vertragen.
(beëindigen; besluiten; eindigen)
🔗 De Turkse president Abdullah Gül heeft donderdagmiddag zijn staatsbezoek aan Nederland afgesloten.
;
obturate
obturi
balance
saldi
(omheinen)
fence off
(op slot doen; sluiten; dichtsluiten);
🔗 Sluit het flesje of de tube na gebruik goed af.
(sluiten)
conclude
(aangaan; stellen; doen; sluiten);
🔗 Als bedrijven meer afval hebben, moeten ze een contract afsluiten met particuliere afvalinzamelaars.

NederlandsEngels
zich afsluiten seclude oneself from society; seclude oneself from the world
afsluiten bar; block; block up; bung; bung up; close; close off; conclude; cut off; disconnect; effect; hedge; hedge off; lock; make; turn the key; seal off; shut off; shut out; take out; lock up; fence off; turn off