Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord vrijuit spreken

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(praten);
🔗 De burgemeester wil je spreken.
(praten)
🔗 Maar ik kon niet spreken.
(zeggen)
🔗 „Ge gaat te ver”, sprak de markies.
(praten)
🔗 Op een winterse dag met Regin over zijn toekomst sprekend, vroeg Sigurd: „Welke daden worden van mij verwacht?”
(vrij; vrijelijk)
freely
🔗 Je kunt vrijuit spreken.
(ronduit)
frankly
🔗 Maar… mag ik vrijuit spreken?

NederlandsEngels
vrijuit spreken pull no punches; speak out; speak up
spreken converse; discourse; speak; talk; see; say
vrijuit freely; frankly