Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord uitwerken
| Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
|---|---|---|
| ; be effective ; have effect ; impact ; impinge ; ; avail ; be efficacious ; ; have an effect ; produce an effect | ||
work out ; ; elaborate | ellabori | |
bring about | ||
| (op; van; vanuit) | ; | |
🔗 Hij liep snel het hotel uit. | ||
| (aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens) | ; ; ; | |
🔗 Dat deed hij uit berekening. | ||
| (over; voort; weg; verwijderd) | ; | |
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit. | ||
| ; | ||
🔗 De lampen waren uit. | ||
| (effect; werking; impact) | effect ; | |
🔗 De uitwerking van dit telegram deed zich terstond gevoelen. | ||
development ; elaboration | ||
| (uitwerking hebben) | ; | |
🔗 Maar het werkte wel. | ||
| (gisten) | ||
| (arbeiden) | ; | |
🔗 Er wordt hard en lang gewerkt. | ||
works ; | ||
| ; | ||
🔗 Hij vroeg zich af of hij soms op de ruïnes van de beschaving keek die deze vreemde mensen gewrocht hadden te midden van de woeste omgeving van hun vreemde, wilde verblijfplaats. | ||
| (functioneren) | ||
🔗 Maar de zagerij werkt nog! | ||
| Nederlands | Engels |
|---|---|
| uitwerken | ⇆ bring about; ⇆ develop; ⇆ effect; ⇆ elaborate; ⇆ flesh out; ⇆ hammer out; ⇆ transcribe; ⇆ wear off; ⇆ work out |
| niets uitwerken | ⇆ be ineffective |
| uit | ⇆ done; ⇆ for; ⇆ forth; ⇆ off; ⇆ out; ⇆ out of; ⇆ over; ⇆ through; ⇆ in a spirit of; ⇆ from; ⇆ from among; ⇆ in |
| uitgewerkt | ⇆ elaborate; ⇆ worked; ⇆ extinct |
| uitwerking | ⇆ consequence; ⇆ effect; ⇆ efficaciousness; ⇆ efficacy; ⇆ impact; ⇆ operation; ⇆ working‐out |
| werken | ⇆ act; ⇆ function; ⇆ labour; ⇆ operate; ⇆ put in; ⇆ work; ⇆ run; ⇆ shift |