Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord work out

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
work‐out
work out
(finish; develop; elaborate; perfect)
ellabori
work out
(calculate; figure; account; add up)
work out
(point out to be; display; be shown)
work out
; ;
werkelijkheid worden
work out
(solve; puzzle out; fix)

EngelsNederlands
work out uitdokteren; uitkienen; uitkomen; uitpakken; uitplussen; uitrekenen; uitwerken