Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord uitwegen

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(op; van; vanuit);
🔗 Hij liep snel het hotel uit.
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens); ; ;
🔗 Dat deed hij uit berekening.
(over; voort; weg; verwijderd);
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit.
;
🔗 De lampen waren uit.
🔗 Onder dezelfde omstandigheden weegt één liter waterstof 0,08 g.
(afwegen)
🔗 Ik zou me door die computer nog niet laten wégen.

NederlandsEngels
uitwegen weigh out
uit done; for; forth; off; out; out of; over; through; in a spirit of; from; from among; in
uitweg bolt‐hole; escapement; expedient; issue; let‐out; loophole; outfall; outlet; vent; way out; escape; answer; solution
wegen poise; weigh