Synoniemen: het gewicht bepalen, wegen
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /ˈɑfʋeɣə(n)/ |
---|
Afbreking | af·we·gen |
---|
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) weeg af | (ik) woog af |
(jij) weegt af | (jij) woog af |
(hij) weegt af | (hij) woog af |
(wij) wegen af | (wij) wogen af |
(jullie) wegen af | (jullie) wogen af |
(gij) weegt af | (gij) woogt af |
(zij) wegen af | (zij) wogen af |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) afwege | (dat ik) afwooge |
(dat jij) afwege | (dat jij) afwooge |
(dat hij) afwege | (dat hij) afwooge |
(dat wij) afwegen | (dat wij) afwoogen |
(dat jullie) afwegen | (dat jullie) afwoogen |
(dat gij) afweget | (dat gij) afwooget |
(dat zij) afwegen | (dat zij) afwoogen |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
weeg af | weegt af |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
afwegend, afwegende | (hebben) afgewogen |