Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord uitputten

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
exhaust
🔗 Het ding wist wel dat het hem aan het uitputten was.
inexhaustible
🔗 Maar die voorraad was verre van onuitputtelijk.
(ontlenen)
🔗 Er was gewoonlijk voldoende gras en door de smeltende sneeuw waren er altijd stroompjes om water uit te putten.
(op; van; vanuit);
🔗 Hij liep snel het hotel uit.
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens); ; ;
🔗 Dat deed hij uit berekening.
(over; voort; weg; verwijderd);
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit.
;
🔗 De lampen waren uit.
(op; uitverkocht)
exhausted
🔗 Mijn geduld is uitgeput.

NederlandsEngels
uitputten blow; deplete; do up; drag down; exhaust; fag; fag out; impoverish; knock out; knock up; overwork; prostrate; run down; shatter; sterilize; wear down; wear out
zich uitputten exhaust oneself; spend oneself
onuitputtelijk inexhaustible; inexhaustive; unfailing; wasteless
putten derive; draw
uit done; for; forth; off; out; out of; over; through; in a spirit of; from; from among; in
uitgeput bushed; dead; exhausted; forspent; haggard; jaded; outworn; overworked; played out; pooped; prostrate; spent; zonked; shattered; worn out; gone; finished
uitputting depletion; drain; exhaustion; inanition; prostration