Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord uitbraak

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
vomelĵeti
🔗 Hij koos er eentje uit en vervolgde dat toestel meedogenloos, terwijl zijn mitrailleur vuur uitbraakte.
(losbarsten);
🔗 Zo stonden de zaken toen in het Verre Oosten de oorlog uitbrak.

NederlandsEngels
uitbraak break‐out; escape; outbreak; prison‐breaking
uitbraakpoging attempted escape
uitbraken belch; disgorge; regorge; regurgitate; vomit; vomit forth; vomit up; vomit out; belch forth
uitbreken balk; break; break loose; break out; burst out; declare oneself; erupt; eruption; outbreak; prison‐breaking