Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord opsluiten

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(insluiten; opbergen)
put away
;
confine
(insluiten; wegsluiten; sluiten);
shut up
🔗 Daarin werd hij opgesloten.
behind bars
;
under lock and key
enŝlosita
(gevangenzetting)
imprisonment
(dichtgaan; toegaan; zich sluiten)
🔗 In Afrika sluiten onder meer de ambassades in Kameroen, Zambia en Boerkina Faso.
(dichtdoen; dichtmaken; toedoen);
🔗 Is de deur goed gesloten?
(afsluiten; op slot doen; dichtsluiten)
🔗 Daarom liep hij zwijgend naar de deur, sloot die en stak de sleutel in zijn zak.
(insluiten; opsluiten; wegsluiten)
shut up
🔗 Waarom heb je die arme vogel in een kooi gesloten?
🔗 Hij sloot zijn ogen.
(toebrengen; aangaan; stellen; doen; afsluiten)
🔗 De vennootschap heeft daartoe een overeenkomst gesloten met de gemeente Genemuiden.
(afsluiten)
conclude
🔗 Finland sluit op maandag 18 december een defensieovereenkomst met de Verenigde Staten.

NederlandsEngels
opsluiten cabin; close; close the ranks; close up; confine; constrain; coop; coop up; cork up; corral; crib; encage; immure; incarcerate; lock in; lock up; mew; pen; pen in; pen up; pin; pin up; put away; secure; shut away; shut up
daarin ligt opgesloten it implies
zich opsluiten shut oneself up
opgesloten pent‐up; pent
opsluiting confinement; constraint; incarceration; locking up
opsluitmoer lock‐nut
sluiten balance; batten down; clasp; close; close down; close up; conclude; conclusion; contract; effect; fasten; fold; go out of business; lock; lock‐up; make; negotiate; prorogue; seal; secure; shut; shut down; shut up; shut itself; put up the shutters; sign off; strike up; strike; wind