Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord nadeel

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(schade; verlies)
(schade);
detriment
; ;
injury
; ;
disadvantage
🔗 Een nadeel van de siertabak is dat de planten slecht tegen regen kunnen.
(schaduwzijde); ;
🔗 Natuurlijk kan er wel ergens een foutje zitten, in je voordeel of je nadeel.
at a disadvantage
en malavantaĝo
🔗 In deze strijd was Finn sterk in het nadeel.
; ; ;
prejudice
kaŭzi malutilon al
🔗 Een Belgische ambtenaar zou de schatkist voor ruim 110 miljoen euro hebben benadeeld.
; ; ;
prejudice
kaŭzi malprofiton
(afbreuk doen aan; deren; schaden; laederen)

NederlandsEngels
nadeel annoyance; detriment; disadvantage; downside; drawback; handicap; harm; hurt; injury; loss; prejudice
in het nadeel at a disadvantage
in uw nadeel against you
te mijnen nadele against me
benadelen aggrieve; derogate; harm; hurt; impair; injure; make against; prejudice