Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord inkrijgen
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(binnen; op; te; van; aan) | ; ; | |
🔗 En zie, daar viel hij in een beerput. | ||
(aan; betreffende; met; naar; omtrent; op; over; van; voor) | ; ; ; ; ; | |
🔗 De jongens verschillen enigszins in lengte. | ||
(bij; gedurende; onder; met; op) | ; | |
🔗 In de afgelopen tien jaar hebben ongeveer tweeduizend arbeiders uit heel Europa aan de tunnel gewerkt. | ||
(verkrijgen; op de kop tikken; in bezit krijgen) | ||
(bekomen; genieten; ontvangen) | ; ; ; | |
🔗 Maar hij kreeg geen antwoord. | ||
(bekomen) | ||
(inhalen) | ||
(oplopen) |
Nederlands | Engels |
---|---|
inkrijgen | ⇆ get down; ⇆ get in |
in | ⇆ aboard; ⇆ about; ⇆ at; ⇆ in; ⇆ inside; ⇆ into; ⇆ on; ⇆ within; ⇆ of; ⇆ for; ⇆ to; ⇆ up |
krijgen | ⇆ acquire; ⇆ catch hold of; ⇆ come at; ⇆ come by; ⇆ come down with; ⇆ come in for; ⇆ derive; ⇆ develop; ⇆ draw; ⇆ elicit; ⇆ gain; ⇆ get; ⇆ get hold of; ⇆ get out; ⇆ grab hold of; ⇆ have; ⇆ lay hold of; ⇆ meet with; ⇆ obtain; ⇆ pick up; ⇆ procure; ⇆ receipt; ⇆ receive; ⇆ seize hold of; ⇆ take hold of; ⇆ send forth; ⇆ send out; ⇆ sustain; ⇆ take; ⇆ catch; ⇆ have coming; ⇆ put forth |