Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord eerst
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(ten eerste) | ||
🔗 Wijs me eerst maar eens een veilige schuilplaats. | ||
(voor de eerste keer; voor de eerste maal) | ||
🔗 Patricia zag hem voor het eerst. | ||
(in de eerste plaats; vooraleerst) | first of all | |
🔗 Allereerst maakte ik een veilige landingsbaan. | ||
(eerdaags) | ; ; ; by and by | |
first‐fruit | ||
primogeniture | ||
🔗 En wat betekent Richards eerstgeboorterecht? | ||
(aanstaand) | ||
🔗 Je hebt zelf gezegd dat je chef je de eerstvolgende weken niet nodig heeft. |
Nederlands | Engels |
---|---|
eerst | ⇆ at first; ⇆ early; ⇆ first; ⇆ first‐rate; ⇆ initial; ⇆ initially; ⇆ leading; ⇆ not before; ⇆ only; ⇆ premier |
… dan eerst | ⇆ … than before |
eerst nu | ⇆ only now |
het eerst komen | ⇆ be the first to come; ⇆ be first |
iets het eerst doen | ⇆ do something first thing |
voor het eerst | ⇆ for the first time |
wie het eerst komt, die het eerst maalt | ⇆ first come, first served |
allereerst | ⇆ first and foremost; ⇆ first of all; ⇆ very first |
eerstdaags | ⇆ in a few days; ⇆ one of these days |
eersteling | ⇆ first; ⇆ firstling; ⇆ firstborn |
eerstgeboorterecht | ⇆ primogeniture; ⇆ right of primogeniture |
eerstgeboren | ⇆ firstborn |
eerstgenoemde | ⇆ first‐mentioned; ⇆ former |
eerstkomend | ⇆ next; ⇆ following |
eerstvolgend | ⇆ next; ⇆ proximo; ⇆ following |