Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord braak

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
fallow
novala
(kotsen; overgeven; spugen; vomeren);
puke
🔗 Onmiddellijk moest hij heftig braken.

NederlandsEngels
braak brake; fallow
braak liggen lie fallow; lie waste
braken beat; brake; break; bring up; puke; reject; vomit; belch forth
vlasbraak brake; flax‐breaker; flax‐brake