Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord bouwgrond
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(aanleggen; optrekken) | ; | |
🔗 Wie heeft die oude steden gebouwd? | ||
(timmeren) | ||
🔗 Dat is de plaats waar ik de jonk aan het bouwen ben. | ||
(construeren) | ||
(reden; oorzaak) | ; | |
🔗 Zeg eens, op welke gronden is zij gearresteerd? | ||
(bodem; fond; ondergrond) | ; ; | |
🔗 De soort groeit niet op zure grond. | ||
(aardbodem; bodem) | ; ; | |
🔗 Jullie zijn al op vrouwe Anna’s grond. | ||
(aarde) | ||
🔗 Ze waren vlak boven de grond doorgesneden. | ||
(bodem; ondergrond) | ; ; | |
🔗 Nergens raakte hij de grond, zelfs niet op een diepte van tweehonderd vadem. |
Nederlands | Engels |
---|---|
bouwgrond | ⇆ building ground; ⇆ building plot; ⇆ building site |
bouwen | ⇆ build; ⇆ construct; ⇆ cultivate; ⇆ culture; ⇆ erect; ⇆ fabricate; ⇆ frame; ⇆ grow; ⇆ put up; ⇆ raise; ⇆ rear; ⇆ throw |
grond | ⇆ base; ⇆ bedrock; ⇆ bottom; ⇆ dirt; ⇆ earth; ⇆ essentiality; ⇆ essentialness; ⇆ foundation; ⇆ glebe; ⇆ ground; ⇆ groundwork; ⇆ land; ⇆ rationale; ⇆ reason; ⇆ room; ⇆ soil; ⇆ warrant; ⇆ substratum |