Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord bouw

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(constructie; gebouw; aanleg; opbouw)
construction
; ;
structure
🔗 Op de datum van 26 oktober was de bouw van de sleden eindelijk voltooid.
(constructie; samenstelling; structuur);
fabric
bouw‐
(bebouwbaar)
plugebla
(landbouw)
(houtvesterij)
forestry
🔗 In onze streken is de soort van weinig belang voor de bosbouw.
(aanleggen; optrekken);
🔗 Wie heeft die oude steden gebouwd?
(timmeren)
🔗 Dat is de plaats waar ik de jonk aan het bouwen ben.
excavation
konstruelfosaĵo
🔗 Inderdaad startte hij nu wel en Nelis reed zonder licht naar de bouwput verderop.
reconstruction
(akkerbouw)
🔗 De belangrijkste producten van de mijnbouw zijn bauxiet, goud, ijzer en mangaan.
prefabrication
pretparta konstruado
tuinbouw
horticulture

NederlandsEngels
bouw architecture; build; building; conformation; construction; contexture; cultivation; culture; erection; fabric; frame; growing; structure; texture
bouw‐ arable; constructive; structural
akkerbouw agriculture; farming; tillage; tilth
bosbouw forestry
bouwen build; construct; cultivate; culture; erect; fabricate; frame; grow; put up; raise; rear; throw
bouwpolitie building inspectors
bouwpromotie project developing
bouwpromotor project developer
bouwput excavation; excavated building site
bouwstop building freeze
bouwwerf building site
dagbouw open‐cast mining; surface mining
graanbouw corn‐growing
herbouw rebuilding
landbouw agriculture; husbandry; farming
lichaamsbouw build; physique; stature
mijnbouw mining
montagebouw prefabrication; prefabricated house construction
nieuwbouw construction of new houses; new buildings; new housing
onderbouw groundwork; substructure; foundation; secondary school; secondary education
revolutiebouw jerry‐building; jerry‐built houses
rijstbouw cultivation of rice; rice‐growing
roofbouw excessive cultivation; exhaustion of the soil
scheepsbouw shipbuilding
seriebouw series production
stedebouw town‐planning
systeembouw prefabrication; system‐building
tabaksbouw tobacco‐culture; tobacco‐growing
terrasbouw terrace cultivation
tuinbouw gardening; horticulture
utiliteitsbouw functional architecture
versbouw versification; metrical construction
vlasbouw flax‐growing; flax‐raising
vliegtuigbouw aircraft construction