Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord bezoekend

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
;
plague
plagi
(frequenteren)
frequent
;
🔗 Tom Poes gaf het dan ook op hem te bezoeken en trok zich bezorgd in zijn huisje terug.
(opzoeken);
🔗 De bloemen worden veel door bijen bezocht.
(bedroeven; beproeven)
🔗 Natuurlijk liet de zwaar bezochte politiechef dit niet zonder meer passeren.

NederlandsEngels
bezoekend visitant
bezoeken afflict; attend; frequent; frequentation; haunt; meet; plague; visit; see; go to see; come to see; call at