Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord benoemen
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(aanstellen) | ||
(benoemen tot) | ; nominate | |
🔗 Cugel, ik benoem jou tot woordvoerder van ons bedrijf. | ||
naming | ||
(noemen) | ||
(aanstelling) | ||
; nomination | ||
🔗 Het kostte de Russische president Vladimir Putin dinsdag weinig moeite om het parlement de benoeming van Dmitri Medvedev tot premier goed te laten keuren. | ||
(gewag maken van; vermelden; gewagen van) | ||
🔗 Je naam zal niet worden genoemd. | ||
(uitmaken voor; vernoemen; heten) | ; dub ; ; | |
🔗 Een inwoner van Laos noemt men een Laotiaan. | ||
; | ||
🔗 Hij wordt meestal Rafe genoemd en komt uit een rijke familie. | ||
(benoemen) | ||
🔗 Dan is het niet gek dat hij wordt genoemd als opvolger van Tagliafico. | ||
🔗 Het kind werd Jan genoemd en in Spijkenisse gedoopt. | ||
(aanhalen) | ||
🔗 Welke redenen noemen zij? | ||
(heten; bestempelen als) | ; ; label as | |
🔗 U hebt me een pad genoemd, zonder moed. |
Nederlands | Engels |
---|---|
benoemen | ⇆ appoint; ⇆ call; ⇆ constitute; ⇆ denominate; ⇆ entitle; ⇆ name; ⇆ nominate; ⇆ set up |
benoeming | ⇆ appointment; ⇆ denomination; ⇆ nomination; ⇆ posting |
herbenoemen | ⇆ reappoint; ⇆ reinstall |
noemen | ⇆ call; ⇆ christen; ⇆ cite; ⇆ denominate; ⇆ designate; ⇆ dub; ⇆ entitle; ⇆ label; ⇆ label as; ⇆ mention; ⇆ name; ⇆ refer to; ⇆ term; ⇆ style |