Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord denominate

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
denomination (confession; creed)	belijdenis ; gezindte	konfesio
denomination (appellation; name)	naam	nomo
denominator (aliquot)	noemer	denominatoro
🔗 We have seen a few instances of cancellation of common terms in the numerator and denominator of fractions.

Engels	Nederlands
denominate	⇆ benoemen; ⇆ betitelen; ⇆ noemen
denominated	⇆ genaamd
denomination	⇆ bedrag; ⇆ belijdenis; ⇆ benaming; ⇆ benoeming; ⇆ coupure; ⇆ geloofsrichting; ⇆ gezindte; ⇆ kerkgenootschap; ⇆ naam; ⇆ naamgeving; ⇆ nominale waarde; ⇆ sekte; ⇆ waarde
denominative	⇆ benoemend; ⇆ denominatief; ⇆ denominatief werkwoord
denominator	⇆ noemer