Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord aannemen

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(huren; in dienst nemen; tewerkstellen)
engage
🔗 Ik neem je weer aan!
filiigi
(bevestigen)
confirm
(menen; onderstellen; stellen; vermoeden; veronderstellen)
presume
; ; ;
🔗 Mag ik aannemen dat dit je meisje is?
(aanvaarden; accepteren; ingaan op; in ontvangst nemen; nemen; ontvangen);
🔗 Jullie weten toch dat ik die rommel niet aanneem?
🔗 Al bewegend nam het de gedaante aan van een grote, weerzinwekkende rat.
(adopteren)
;
alpreni
;
appointment to office
🔗 Voormalig president Barack Obama waarschuwde Donald Trump tegen het aannemen van Michael Flynn als veiligheidsadviseur.
;
🔗 Trump besloot om Flynn aan te nemen als zijn veiligheidsadviseur, maar Flynn moest in februari, na 24 dagen in dienst te zijn geweest, ontslag nemen toen bleek dat hij vice‐president Pence onjuist had geïnformeerd over zijn eerdere contacten met Russische functionarissen na de presidentsverkiezingen.
(accepteren);
🔗 Neem mijn aanbod dan aan.
aangenomen dat
supposing that
supoze ke
hired
kontraktita
(onderstelling; veronderstelling)
(aanvaardbaar; acceptabel);
(plausibel);
🔗 Hij verteld een aannemelijk verhaal.
; ;
contractor
;
master builder
🔗 Heb je nog met andere aannemers onderhandeld?
(pakken; vatten);
🔗 Wild nam hij haar.
(aannemen; aanvaarden; ontvangen); ;
🔗 Maar Caroline Crale nam dat zomaar niet.
🔗 Dadelijk greep hij ernaar en nam gulzig een paar grote slokken.
🔗 Hij dreigde ons met zijn revolver en nam de koffer.
(doen)
🔗 President Erdoğan zegt dat maatregelen zijn genomen om de daders zo snel mogelijk te arresteren.

NederlandsEngels
aannemen accept; acceptance; accept of; admit; adopt; agree; answer; assume; carry; check; confirm; contract; contract for; engage; espousal; father; go through; pass; passage; passing; postulate; predicate; presume; put on; receive; suppose; take; take delivery of; take in; take it; take on; take up; understand; undertake
aangenomen dat assuming that; given that; granted that; granting that; supposing it to be
aangenomen werk contract work; contracted work; job‐work
als regel aangenomen om te make it a rule to
boodschappen aannemen take messages
de telefoon aannemen answer the telephone
een godsdienst aannemen embrace a religion
vaste vorm aannemen take form; take shape; take definite form
aangenomen adoptive; assumed; assuming; fictive; implied
aangenomen! agreed!
aanname assumption
aannemelijk acceptable; admissible; admittable; eligibie; likely; plausible; probable; receivable; teachable
aannemeling candidate for confirmation; confirmation candidate; confirmee; first communicant
aannemer acceptor; builder; building contractor; contractor; jobbing builder; jobbing‐builder; master builder; undertaker
nemen carry; get; have; make; negotiate; retain; take; shoot; take out; capture; engage; book; fool; take in; cheat; do