Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord aan zijn trekken komen
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
aan zijn trekken komen | come into one’s own | ricevi sian parton |
🔗 Dat komt dan op € 108,16. | ||
🔗 Maar stil, wie komt daar? | ||
(klaarkomen) | ||
🔗 „Ik kom” schreeuwt hij en meteen spuit hij zijn zaad in haar kut. | ||
🔗 En daar kwam de klap. | ||
🔗 De wind kwam uit het westen. | ||
(eetlust; graagte) | ||
🔗 Ik lijd aan verval van krachten en ik heb geen trek. | ||
(ruk) | ||
groove | ||
(migratie) | ||
🔗 Voor de natuur kan deze trek naar de stad positieve gevolgen hebben. | ||
(tocht) | ||
(gelaatstrek) | ; trait | |
🔗 Ik lette meer op de trekken van de derde persoon, degene die Random nooit eerder had gezien, zoals hij had gezegd. | ||
(haal; teug) | ||
(tic) | tiko | |
(karaktertrek) | trait of character | |
🔗 Later realiseerde ik me pas dat hij jaloers was, een heel nare trek van hem. | ||
(aanhalen; aantrekken) | ; | altiri |
🔗 Maar het was het etiket dat Poirots aandacht trok. | ||
(aanlokken; aantrekken) | ; | |
(aftekenen; beschrijven; tekenen; uittekenen) | ||
(tappen; uittrekken) | ; ; | |
🔗 De officier trok zijn pistool en vuurde. | ||
(slepen) | haul ; tow | |
infuziĝi | ||
(buigen; kromtrekken) | ; ; | |
streki | ||
(halen) | ; haul ; ; tug ; ; tow ; | |
🔗 Als je aan dit touw trekt, halen we je weer naar boven. | ||
trati | ||
(aftrekken; laten trekken; zetten) | ; | |
🔗 „Het bespaart me in de voeding”, placht zij te zeggen wanneer ze er een voedzaam soepje van trok. | ||
suĉi | ||
🔗 Hij trok aan zijn sigaar. | ||
(migreren) | ||
(bewegen; zich bewegen; zich verroeren; zich voortbewegen) |
Nederlands | Engels |
---|---|
aan zijn trekken komen | ⇆ come into one’s own |
komen | ⇆ call; ⇆ call for; ⇆ come; ⇆ come along; ⇆ get; ⇆ amount |
trek | ⇆ appetence; ⇆ appetite; ⇆ draught; ⇆ draw; ⇆ drift; ⇆ feature; ⇆ groove; ⇆ haul; ⇆ inclination; ⇆ lineament; ⇆ migration; ⇆ pull; ⇆ stroke; ⇆ trait; ⇆ trek; ⇆ vein; ⇆ vogue; ⇆ touch; ⇆ trick; ⇆ puff; ⇆ dash; ⇆ mind |
trekken | ⇆ attract; ⇆ backpack; ⇆ bob; ⇆ brace; ⇆ derive; ⇆ draught; ⇆ draw; ⇆ drawing; ⇆ educe; ⇆ extract; ⇆ flit; ⇆ force; ⇆ haul; ⇆ hike; ⇆ lug; ⇆ make; ⇆ migrate; ⇆ move; ⇆ permeate; ⇆ pluck; ⇆ pull; ⇆ receipt; ⇆ trek; ⇆ tug; ⇆ tweak; ⇆ twitch; ⇆ rule; ⇆ strain; ⇆ traction; ⇆ go; ⇆ march; ⇆ warp; ⇆ become warped; ⇆ puff; ⇆ wank off; ⇆ jerk off; ⇆ take out; ⇆ tow; ⇆ twist |