Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord plant‐growth

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(accruals; accruement); ;
(vegetation; flora)
🔗 Between these marks the growth was discoloured and wilted.
;
; ;
🔗 Some ladies asked me why their plant had died.
priplanti
(factory; works)
🔗 Ineos had been planning to produce the SUV at a new plant in Bridgend, Wales, creating 500 jobs.
;

EngelsNederlands
plant‐growth plantengroei
growth aangroei; aanwas; gewas; gezwel; groei; product; toeneming; uitwas; vermeerdering; was; wasdom
plant aanplanten; aanpoten; bedrijf; bedrijfsmateriaal; begraven; beplanten; bepoten; claqueur; complot; doorgestoken kaart; fabriek; geheim agent; gewas; infiltrant; installatie; koloniseren; neerzetten; opstellen; outillage; plant; planten; posteren; poten; stille; toebrengen; uitpoten; verbergen; vestigen; zetten; zwendel