Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord planten
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(aanplanten; poten; uitplanten) | ||
🔗 Heb jij dat geplant? | ||
(planten; poten) | ||
🔗 Deze soort is winterhard en wordt in onze streken als sierboom aangeplant in parken en tuinen. | ||
priplanti | ||
(inprenten) | implant | enplanti |
🔗 Ik ben toen naar de tuindeuren gelopen en zag direct dat de begonia’s net ingeplant waren. | ||
(transplanteren; verplanten; verpoten) | transplant | transplanti |
🔗 Hij rukte een van de planten uit de grond en hield die omhoog. | ||
(gewas) | ||
plantation | ||
🔗 De meesten hiervan kwamen terecht op een van de plantages. | ||
(planten) | ||
(overplanten; transplanteren; verpoten) | transplant | transplanti |
🔗 Als de andijvieplantjes eenmaal boven de grond staan, moeten ze verplant worden. | ||
(transplantatie) | transplant | |
🔗 Het verplanten van volwassen bomen is niet eenvoudig. | ||
propagate | propagi | |
🔗 Hoe planten ze zich dan voort? |
Nederlands | Engels |
---|---|
planten | ⇆ bed out; ⇆ implant; ⇆ intersperse; ⇆ plant; ⇆ put in; ⇆ raise; ⇆ set |
aanplanten | ⇆ plant |
beplanten | ⇆ plant |
inplanten | ⇆ engraft; ⇆ implant; ⇆ infix; ⇆ inculcate |
overplanten | ⇆ transplant |
plant | ⇆ plant; ⇆ vegetable |
plantage | ⇆ estate; ⇆ plantation |
planter | ⇆ planter |
uitplanten | ⇆ bed out; ⇆ plant out; ⇆ put out |
verplanten | ⇆ plant out; ⇆ replant; ⇆ transplant |
voortplanten | ⇆ propagate; ⇆ reproduce; ⇆ spread; ⇆ transmit |