Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord plant life
| Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
|---|---|---|
🔗 It’s life, Jim, but not as we know it. | ||
| (liveliness; vitality; vivacity) | ||
| (life imprisonment) | ĝismorta malliberigo | |
🔗 He would lead a life of crime. | ||
| ; ; | ||
🔗 Some ladies asked me why their plant had died. | ||
priplanti | ||
| (factory; works) | ||
🔗 Ineos had been planning to produce the SUV at a new plant in Bridgend, Wales, creating 500 jobs. | ||
| ; | ||
| Engels | Nederlands |
|---|---|
| plant life | ⇆ planteleven |
| life | ⇆ duur; ⇆ handel en wandel; ⇆ leven; ⇆ levensbeschrijving; ⇆ levensduur; ⇆ levenslang; ⇆ levenswandel; ⇆ levenswijze; ⇆ leventje; ⇆ mensenleven |
| plant | ⇆ aanplanten; ⇆ aanpoten; ⇆ bedrijf; ⇆ bedrijfsmateriaal; ⇆ begraven; ⇆ beplanten; ⇆ bepoten; ⇆ claqueur; ⇆ complot; ⇆ doorgestoken kaart; ⇆ fabriek; ⇆ geheim agent; ⇆ gewas; ⇆ infiltrant; ⇆ installatie; ⇆ koloniseren; ⇆ neerzetten; ⇆ opstellen; ⇆ outillage; ⇆ plant; ⇆ planten; ⇆ posteren; ⇆ poten; ⇆ stille; ⇆ toebrengen; ⇆ uitpoten; ⇆ verbergen; ⇆ vestigen; ⇆ zetten; ⇆ zwendel |