Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord hitch to
Engels | Nederlands |
---|---|
hitch to | ⇆ aanhaken; ⇆ haken aan; ⇆ vasthaken aan |
hitch | ⇆ aanhaken; ⇆ beletsel; ⇆ haak; ⇆ haken; ⇆ haperen; ⇆ hapering; ⇆ horten; ⇆ kink; ⇆ knoop; ⇆ liften; ⇆ ruk; ⇆ schoonheidsfoutje; ⇆ slag; ⇆ steek; ⇆ storing; ⇆ vasthaken; ⇆ vastmaken |