Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord fence‐season

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
fence (barrier; bar)	heining ; hek	barilo
fence (palisade; stockade)	staketsel	palisaro
fence	heler	ricelanto
fence	schermen	skermi
fence (receive)	helen	riceli
fence (fence off)	omheinen	ĉirkaŭbari
season (flavour)	kruiden	gustigi
season	jaargetij ; jaargetijde ; seizoen	sezono
season (harden; temper; steel; toughen)	temperen	hardi
season (spice; flavour)	kruiden	spici

Engels	Nederlands
fence‐season	⇆ besloten jachttijd; ⇆ gesloten jachttijd
fence	⇆ afrastering; ⇆ beschermen; ⇆ bescherming; ⇆ beschutten; ⇆ beschutting; ⇆ heg; ⇆ heining; ⇆ hek; ⇆ heler; ⇆ hindernis; ⇆ hindernissen nemen; ⇆ omheinen; ⇆ omheining; ⇆ pareren; ⇆ scherm; ⇆ schermen; ⇆ schut; ⇆ schutting; ⇆ staket; ⇆ staketsel; ⇆ verdedigen
season	⇆ bronsttijd; ⇆ drogen; ⇆ drukke tijd; ⇆ gewennen; ⇆ goed laten drogen; ⇆ jaargetij; ⇆ jaargetijde; ⇆ jachtseizoen; ⇆ konfijten; ⇆ kruiden; ⇆ rijp laten worden; ⇆ rijp worden; ⇆ seizoen; ⇆ smakelijk maken; ⇆ temperen; ⇆ tijd; ⇆ tijdperk; ⇆ toebereiden