Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord date from

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
;
; ;
🔗 It is also used in dates.
(appointment; rendez‐vous)
(date‐palm)

EngelsNederlands
date from dateren uit; dateren van; rekenen vanaf; stammen van; teruggaan tot
date afspraak; afspraakje; dadel; dadelpalm; dagtekenen; dagtekening; dateren; datering; datum; de oudersdom vaststellen; duur; een afspraakje hebben met; een afspraakje maken; ingaan; jaartal; knul; leeftijd; meisje; stammen; uitgaan; uitgaan met; verouderen; vriendinnetje; vriendje