Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord common

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
common
(joint; communal; concerted; generic; mutual; single)
common
(ordinary; usual; commonplace; everyday; normal; standard)
; ;
common
(everyday; vulgar; lowbrow; lurid; usual; vernacular; crass)
;
common
(frequent; commonplace; regular)
;
ofta
common
(simple; straightforward; unpretentious)
;
common
(general; universal; worldwide)
universala
commonly
(ordinarily; usually; customarily; habitually; normally)
;
(frequently; often; regularly; oftentimes; oft); ; ; ; ; ;
veeltijds
; ;
🔗 It is commonly used to hold the user’s real name and other personal details.
commonly
vulgare
(generally; broadly; prevalently; widely; on the whole; in general)
🔗 However, indigenous languages such as Fon and Yoruba are commonly spoken.
commonness
commonplace
(trite; banal; bland; hackneyed; workaday)
;
commonplace
(vulgar; coarse)
; ; ;
(frequent; common; regular);
ofta
🔗 We live in an age where illness and deformity are commonplace and yet, Ploppy, you are without a doubt the most repulsive individual I have ever met.
commonplace
(common; ordinary; usual; everyday; normal; standard)
uncommon
(rare; scarce)
;
(unordinary; unusual)
🔗 Explosions and deaths are not uncommon in Chinese mines.

EngelsNederlands
common algemeen; alledaags; gangbaar; gemeen; gemeenschappelijk; gemeenslachtig; gemeenteweide; gewoon; ordinair; plat; veelvoorkomend
above the common bovengemiddeld; meer dan gewoon
common crier omroeper; stadsomroeper
common ground een gemeenschappelijke basis
common informer aanbrenger
common law gewoonterecht; het gemene recht
common noun soortnaam
common of fishing visrecht
common room docentenkamer; gelagkamer; gemeenschappelijke ruimte; recreatielokaal
common weal algemeen welzijn; gemenebest
for the common good in het algemeen belang
have in common with gemeen hebben met
House of Commons Lagerhuis
in common gemeen; gemeenschappelijk
it is common knowledge that het is algemeen bekend dat
nothing out of the common niets buitengewoons; niets ongewoons
out of the common buitengewoon; niet alledaags; ongewoon
out of the common run niet gewoon
the common council de gemeenteraad
the common herd de grote massa; het vulgus
commoner burger; gewone burger; lagerhuislid; niet‐beursstudent
commonly doorgaans; gemeenlijk; gewoon; gewoonlijk; min; ordinair
commonness gewoonheid
commonplace alledaags; banaal; gemeenplaats; gewoon; laag‐bij‐de‐gronds
uncommon bijzonder; buitengemeen; ongemeen; ongewoon; zeldzaam