Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord gewoonlijk
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(gemeenlijk; in de regel) | ordinarily ; ; commonly ; normally | |
🔗 Gewoonlijk gebruiken we de woorden niet los van elkaar, maar samen met andere woorden. | ||
(doorgaans; gemeenlijk; gewoon) | ; | |
(gebruikelijk) | ; customary ; usual ; wonted ; habitual | |
🔗 Al deze dingen van een boerendag zijn hun zodanig gewoon dat ze er haast al geen acht meer op slaan. | ||
(gemeen; ordinair) | common ; ; usual ; commonplace ; ; normal | |
🔗 Dit is geen gewone beurs, maar een toverbeurs. | ||
(doorgaans; gemeenlijk; gewoonlijk) | ; | |
🔗 Hij is gewoon overleden van ouderdom. |
Nederlands | Engels |
---|---|
gewoonlijk | ⇆ accustomed; ⇆ as a rule; ⇆ commonly; ⇆ generally; ⇆ mostly; ⇆ normally; ⇆ ordinarily; ⇆ usually |
als gewoonlijk | ⇆ as usual |
gewoon | ⇆ accustomed; ⇆ average; ⇆ characterless; ⇆ common; ⇆ commonly; ⇆ commonplace; ⇆ customary; ⇆ downright; ⇆ everyday; ⇆ habitual; ⇆ homely; ⇆ just; ⇆ mundane; ⇆ natural; ⇆ normal; ⇆ ordinary; ⇆ orthodox; ⇆ plain; ⇆ regular; ⇆ unremarkable; ⇆ usual; ⇆ wont; ⇆ routine; ⇆ run‐of‐the‐mill; ⇆ simple; ⇆ straightforward; ⇆ used to; ⇆ wonted; ⇆ in ordinary; ⇆ simply; ⇆ as usual; ⇆ undistinguished; ⇆ unexceptional; ⇆ used; ⇆ vulgar |