Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord bubble gum

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
bubble	borrelen	bobeli
bubble (bladder)	blaas	veziko
bubble	luchtbel	aerveziketo
bubble	luchtbel	bobelo
gum (eraser)	gom	gumo
gum (erase)	gommen	gumi
gum (gums)	tandvlees	dentkarno
gum	tandvlees‐	gingiva

Engels	Nederlands
bubble gum	⇆ kauwgom; ⇆ kauwgum; ⇆ klapkauwgom; ⇆ klapkauwgum
bubble	⇆ bedotten; ⇆ bel; ⇆ blaas; ⇆ blaasje; ⇆ bobbel; ⇆ bobbelen; ⇆ borrelen; ⇆ bruisen; ⇆ luchtbel; ⇆ murmelen; ⇆ overvloeien; ⇆ pruttelen; ⇆ zeepbel; ⇆ zwendelarij
gum	⇆ gom; ⇆ gombal; ⇆ gomboom; ⇆ gommen; ⇆ gum; ⇆ kauwgom; ⇆ kauwgum; ⇆ kleven; ⇆ lijm; ⇆ tandvlees