Nederlands–Afrikaanse woordeboek
Afrikaanse vertaling van die Nederlandse woord eten
| Nederlands | Afrikaans (onregstreeks vertaal) | Esperanto |
|---|---|---|
| (spijs) | ||
🔗 Het eten viel mij nog moeilijker dan het drinken. | ||
| (bikken; nuttigen; vreten) | ||
🔗 Dat zal ik doen zodra ik iets heb gegeten. | ||
🔗 Ze eten geen vlees maar wat is kip dan? | ||
🔗 Morgen eten we bij mijn jongste zoon. | ||
| (avondmaal) | ||
🔗 Zal ik het avondeten hier bij het vuur opdienen? | ||
| (restaurant) | ; | |
🔗 Het is een eethuis, of misschien een herberg. | ||
🔗 Stephens bekeek de wond en dacht dat ze waarschijnlijk niet meer dan een paar eetlepels bloed had verloren. | ||
| (bord) | ||
🔗 Het gebeurde op de vierde avond terwijl hij naar zijn etensbord zat te staren. | ||
| (eten; gerecht; spijs) | ||
🔗 Puc deed een stap achteruit toen ze neerknielde en begon met het uitpakken van de etenswaren. | ||
🔗 Tom Poes keek vol weerzin naar de misvormde broodjes en probeerde heer Bommel van zijn eterij af te brengen. | ||