Afrikaans–Engelse woordeboek

Engelse vertaling van die Afrikaanse woord deel

Afrikaans → Engels
  
AfrikaansEngels (onregstreeks vertaal)Esperanto
(onderdeel); ; ;
🔗 Is dit deel van die reëling?
distribute
;
dispartigi
🔗 Bewerkers van Shakespeare se toneelstukke het hulle tradisioneel in vyf bedrywe gedeel.
share
(uitmaak)
constitute
; ;
account for
;
🔗 Die noorde en hartland van die DDR het deel uitgemaak van die Noord‐Duitse Laagvlakte.
🔗 Berlyn is vandag ’n aparte deelstaat van die Bondsrepubliek Duitsland.
(deel)
🔗 Meer as 70% van alle voertuie is ingevoer en van die wat hier gebou word, word die meeste onderdele ook ingevoer.

AfrikaansEngels
deel deal; divide; dole; go shares; limb; member; moiety; parcel; part; partake; participate; partition; piece; portion; proportion; section; share; snippet; volume; whack
deel deur divide by
deel hê in have a share in
deel in participate in
deel met go shares with
deel uitmaak van form part of
iemand ten deel val fall to somebody’s share
part nòg deel part nor parcel
ten deel val fall to one’s lot
vierde deel quarter; quartern
afdeel detach; divide; classify; parcel out
bestanddeel component; component part; constituent part; ingredient; substance
boekdeel volume
deelbaar divisible; partable
deelboer sharecropper
deelboerdery sharecropping
deelgenoot partner; participator; partaker; participant; sharer
deelgeregtig entitled to participate
deelhebber contributory; copartner; stakeholder; partaker; participant; participator; partner; part‐owner; sharer
deelkristallyn hypocrystalline
deelsaaier sharecropper
deelsgenitief partitive genitive
deelskyf division‐plate
deelsom division sum
deelstaat state; federated state
deeltal dividend
deelteken diaeresis
deeltitel subtitle
deeltjie particle; snack; speck
deeltyds part‐time
deelvruggie mericarp
deler denominator; divider; divisor; factor
deling dividing; division; partition; fission; parting
driedelig ternate; trifid; tripartite
erfdeel heritage; heritance; portion; hereditary portion
gedeel divided; dividual
gedeelte part; section; portion; moiety; share; instalment; segment; proportion; subdivision
geslagsdeel sexual organ
geslagsdele genital organs; private parts; privates; sexual organs
grotendeels chiefly; to a large extent; to a great extent; largely; mainly; for the most part; principally
indeel arrange; article; class; classify; grade; map out; muster; rank
meestendeels for the most part; mostly
merendeel majority
onderdeel accessory; component; component part; fraction; member; part; spare part; subheading; sub‐unit
rededeel part of speech
reserwedeel spare part
ronddeel deal; hand round; hand about
saamdeel whack
sinsdeel clause; phrase
smaldeel division; squadron
teendeel contrary; opposite; reverse
tiendelig decimal
tweedelig bipartite; dichotomus; dimerous
uitdeel dispense; distribute; dole; portion; share; give out; mete out; parcel out; portion out; serve out; serve round; share out
verdeel apportion; article; atomize; cloven; dispart; distribute; disunite; divide; partition; portion; segment; separate; share; fork; forked; fractionize; furcate; joint; middle; parcel; part; split; spread; trim; whack
vervolgdeel sequel
vierdelig quadripartite; quaternary; tetramerous
vyfdelig fivefold; quinary; quinquepartite
wêrelddeel part of the world; continent
wisseldeel spare part