Niederländisch–Deutsches Wörterbuch

Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes ontvangbewijs

Niederländisch	Deutsch (indirekt übersetzt)	Esperanto
ontvangbewijs (kwitantie; ontvangstbewijs; reçu)	Empfangsbescheinigung	ricevatesto
bewijs (demonstratie)	Demonstration ; Darstellung	demonstro
🔗 We hebben bij het bewijs van deze formules de hoeken α en β zó gekozen dat α + β scherp is.
bewijs	Ausweis ; Beweis ; Beleg	pruvo
🔗 Het bewijs zal ik je geven.
bewijs (blijk; merkteken; teken)	Abzeichen ; Anzeichen ; Kennzeichen ; Merkzeichen ; Wink ; Zeichen	signo
ontvangen (concipiëren)	empfangen	koncipi
ontvangen (bekomen; genieten; krijgen)	bekommen ; empfangen ; erhalten	ricevi
🔗 De Britten ontvingen geen versterkingen.
ontvangen (aannemen; aanvaarden; ingaan op; in ontvangst nemen; nemen)	annehmen ; akzeptieren ; entgegennehmen ; im Empfang nehmen ; aufnehmen ; auf sich nehmen ; sich gefallen lassen ; hinnehmen ; eingehen auf ; einwilligen in	akcepti
🔗 Ontvangt Siggeir op deze wijze zijn gasten?