Niederländisch–Deutsches Wörterbuch

Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes lezen

Niederländisch	Deutsch (indirekt übersetzt)	Esperanto
lezen (aflezen)	lesen	legi
🔗 Lees je nooit kranten?
de les lezen (beknorren)	schelten ; vorwerfen ; Vorwürfe machen	riproĉi
🔗 Op een avond in de gelagkamer lazen ze Reith de les over zijn, wat ze noemden ”overdreven ambities”.
aflezen (lezen)	lesen	legi
🔗 Zarfo las de hoogtemeter af.
handlezen (chiromantie)	Chiromantie ; Handliniendeutung ; Handinienwahrsagerei	kiromancio
leesbaar	leserlich	legebla
🔗 Het zal wat meer tijd vergen om de data leesbaar te maken.
leesbibliotheek (uitleenbibliotheek)	Leihbibliothek ; Leihbücherei	pruntobiblioteko
🔗 Dat herinnerde ze zich uit de detectiveromans van de leesbibliotheek.
leesteken	Interpunktionszeichen	interpunkcia signo
leeszwakte (dyslexie; leesblindheid; legasthenie)	Dyslexie	disleksio
lezing (opvatting; voordracht)	Dolmetschen ; Übersetzung ; Vermittlung ; Auslegung ; Deutung ; Erklärung	interpretado
lezing (voordracht)	Vortrag	prelego
🔗 Ook zij houden lezingen.
lezing	Variante	varianto
uitlezen (kiezen; uitkiezen; uitpikken; uitzoeken)	wählen ; auswählen ; erwählen ; aussuchen ; auserwählen ; eine Auswahl treffen	elekti