Dictionnaire néerlandais–français

Traduction française du mot néerlandais vechten

néerlandais	français (traduit indirectement)	espéranto
vechten (kampen; strijden; slag leveren)	batailler ; combattre ; luter	batali
🔗 Kan hij niet vechten?
aanvechten (betwisten; ter discussie stellen)	contester ; disputer	kontesti
🔗 Joran van der Sloot gaat zijn uitlevering uit Chili aanvechten.
gevecht (kamp; slag; treffen; veldslag)	bataille ; combat	batalo
gevecht (kloppartij; knokpartij)	bagarre ; baroud	interbatiĝo
vechtjas (kemphaan; vechtersbaas)	bagarreur ; baroudeur ; batailleur	batalemulo
vechtpartij	bagarre	interbatado
🔗 Nog steeds was er die avond geen echte vechtpartij geweest, maar nu schenen de kansen goed.
vechtwagen (tank)	char ; tank	tanko