Dictionnaire néerlandais–français
Traduction française du mot néerlandais slijpen
néerlandais | français (traduit indirectement) | espéranto |
---|---|---|
(aanzetten; scherpen; wetten) | affiler ; afluter ; aiguiser | |
🔗 Trouwens, de figuur die dat mes zat te slijpen, is verdwenen. | ||
tailler | ||
meule | ||
🔗 Op dat moment werd hij een krassend geluid gewaar, dat klonk als het slijpen van een mes. | ||
retors | ||
🔗 Ach, hoe geslepen was Woudiver! | ||
scharensliep (messenslijper; scharenslijper) | rémouleur ; repasseur | |
slijper | rémouleur ; repasseur | |
slijpmiddel | ||
slijpsteen | aiguisoir |