Dictionnaire néerlandais–français
Traduction française du mot néerlandais slapen
néerlandais | français (traduit indirectement) | espéranto |
---|---|---|
(maffen; pitten) | ||
🔗 Had hij dan al die tijd geslapen? | ||
gaan slapen (naar bed gaan) | se coucher | |
(heengaan; verscheiden) | décéder ; mourir | |
🔗 Mijn enige troost is dat het wereldberoemd zal worden als ik eenmaal ontslapen ben. | ||
(heengaan; verscheiden) | mort | |
🔗 Zo’n ontslapen is toch wel heel onverwacht. | ||
tempe | ||
🔗 Biggles liep naar hem toe en zette de loop van het pistool tegen zijn slaap. | ||
(slaapvertrek) | chambre à coucher | |
🔗 Zij ging naar de slaapkamer om zich te verkleden. | ||
(slaapkamer) | chambre à coucher | |
🔗 Langs dat paadje, wist Conan, lag het slaapvertrek van Aram Baksh. |