Dictionnaire néerlandais–français
Traduction française du mot néerlandais lezen
néerlandais | français (traduit indirectement) | espéranto |
---|---|---|
(aflezen) | ||
🔗 Lees je nooit kranten? | ||
(lezing) | lecture | |
🔗 Het lezen heeft u ontmoedigd? | ||
(beknorren) | gronder ; reprendre ; réprimander ; reprocher ; sermonner | |
🔗 Op een avond in de gelagkamer lazen ze Reith de les over zijn, wat ze noemden ”overdreven ambities”. | ||
(lezen) | ||
🔗 Zarfo las de hoogtemeter af. | ||
(doorkijken; nalezen; teruglezen) | relire | |
🔗 James Starr herlas de brief. | ||
(lezen) | lecture | |
🔗 Toen Wiebel Wip hem vond, was hij dan ook verdiept in de lezing daarvan. | ||
(voordracht) | conférence ; exposé | |
🔗 Ook zij houden lezingen. | ||
relire | ||
(doorkijken; herlezen; nalezen) | relire | |
(kiezen; uitkiezen; uitpikken; uitzoeken) | adopter ; choisir ; désigner ; opter |