English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word weightlifter

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
🔗 Three US weightlifters qualified to compete.
(dig; dig up; pull up; unearth; exhume; disinter)
elterigi
(lever; raise; elevate; heave; hoist; heave up); ; ; ; ; ; ; ; ;
(elevator)
(annul; cancel; drop; nullify; rescind); ; ; ; ; ;
(stop; discontinue; end; halt; prorogue; quell; staunch; cease; abate)
(rescind; revoke)
(heaviness);
🔗 The weight of the litter, so little at the start, now tried to pull him to the ground.
(concern; importance; seriousness; significance; moment; import; consequence);
🔗 I regret that you fail to discern in me that prudence to which you attach so much weight.
(burden; charge; load; batch)
🔗 Perrin always kept his eyes down these days, and his shoulders sagged as if he carried a weight too heavy even for their width.
pezigi

EnglishDutch
weightlifter gewichtheffer
lift beuren; heffen; heffing; inpikken; kleine helling; lichten; lift; luchtbrug; omhooggaan; omhoogheffen; opheffen; opheffing; opkikker; oplichten; opnemen; opslaan; opsteken; optillen; optrekken; rijzen; rijzing; rooien; stelen; steuntje in de rug; stijging; til; tillen; verheffen; vertillen; vervoer door de lucht
weight aantrekkingskracht; belangrijkheid; belasten; belasting; bezwaren; druk; gewicht; last; zwaarder maken; zwaarte